Oorspronkelijk was er slechts een zware tank voorzien, de reeds in vredestijd ontwikkelde Panzer IV, toen voor de vervanging hiervan bleek dat de prototypes, Versuchskonstruktionen (VK), van Porsche en Henschel de specificatie van maximum 40 ton ver overschreden werd besloten de ontwikkeling van een tank die aan de specificaties voldeed uit te geven aan De firma's Diamler-Benz en MAN.
Deze tank kreeg de benaming Panther of ook Panzerkampfwagen V.
Door de toestand aan het Oostfront en de betere Russische tanks werd het in gebruik nemen van een zware tank noodzakelijke en de ontwikkeling van de Porsche en Henschel (VK 4501) werd verder gezet als Panzerkampfwagen IV met als benaming Tiger.
Bij vergelijkende testen toonde de ontwikkeling van Henschel zich als de beste en werd in productie genomen als Tiger (I) waarvan uiteindelijk 1355 stuks werden geproduceerd.
Gezien door de ontwikkeling van de VK 4501 (P) door Porche reeds onderdelen geprodeceerd werden zijn deze gebruikt voor de bouw van 10 Porche-Tiger en 90 Jagdpanzer Elefant (Ferdinand).
Daar de wanden van de Tiger (I) nog recht waren en dus minder bescherming bood werd later een beter gepantserde versie gebouwd, de Tiger II werd uitgerust met schuine en zwaardere pantserplaten en een 88 mm L/70 in plaats van een L/56, hierdoor steeg het gewicht tot 70 ton tegenover de 60 ton van de Tiger I.
Van de Tiger II of Köningstiger werden er 50 gebouwd met de toren van Porche en 437 met de door Krupp geproduceerde.
Tegen het einde van de oorlog toen er meer en meer vijandelijke tanks op het slagveld verschenen werd zo als op de onderstellen van de Panzer 38 (t), panzer IV en V ook het onderstel van de Tiger gebruikt om een Jagdpanzer te bouwen.
Door het ontbreken van de toren was het mogelijk in de boeg van het onderstel een zwaarder kanon in te bouwen, van de Jagdtiger zijn twee versies gekend, een met een Henschel en een met een Porche onderstel, van beide versies samen zijn er 70 gebouwd.
En als laatste in de rij, een buitenbeentje was de Sturmtiger waar slechts 18 stuk van gebouwd werden.
Kampfpanzer Tiger I
De () rond de I zijn pas later toegevoegd met de komst van de Tiger II, deze laatste was oorspronkelijk ook niet voorzien, soms word de Tiger (I) ook als Tiger Ausführung E aangeduid, dit weer om het verschil te maken met de Tiger II Ausführung B.
Tegenwoordig word meestal nog maar gesproken van Tiger I en Tiger II.
Van af 1944 werden de Tigers voorzien van stalen baanwielen, enerzijds was dit omdat de levensduur langer was maar de hoofdreden was het gebrek aan gummi.
Verder werden er nog twee varianten gebouwd, de bevels Tiger herkenbaar aan de bijkomende antenne en de bergings Tiger met een op zes uur gefixeerde toren zonder kanon.


















Kampfpanzer Porsche Tiger
Ook wel bekend als de Ferdinad Tiger naar de voornaam van zijn constructeur.
Nadat de keuze gevallen was op het ontwerp van Henschel werden met de toestemming van Hitler de bestaande onderdelen gebruikt voor de bouw van 10 Porche-Tiger en 90 Jagdpanzer Ferdinand, later Elefant genoemd.
Het kanon van de Porche-Tiger was hetzelfde als dat an de Tiger (I) en de toren ongeveer gelijk maar wat lager.
De aandrijving, een benzine-electrisch systeem, het loopwerk en de sturing van deze Tiger zijn technisch zeer interessant maar de productie en bediening zijn gecompliceerd en moeilijk, de meeste uitschakelingen zijn dan ook hier aan te wijten en niet aan vijandelijke uitwerking.


Jagdpanzer Tiger (P) Elefant
Deze berustte ook op de Tiger ontwikkeling van Porche, de VK 450(P), oorspronkelijk Ferdinand naar Porsche genoemd bekwam hij later bovenstaande benaming en werd van toen af gewoonlijk Elefant genoemd.
Hij bestond uit het gecompliceerde Porche onderstel maar had in tegenstelling tot de Porsche-Tiger twee Maybach HL-120 motoren, zo als alle Jagdpanzers had hij geen draaibare toren maar een iet of wat hogere opbouw.
Als kanon bekwam hij het ook in de Tiger II gebruikte langere 8,8 cm Pak 43/2 L/71.
Het voertuig was niet zeer beweeglijk en kwam sedert 1943 bij de zware Panzerjägerabteilungen in inzet, merendeels in Italië en een weinig in Rusland.
Zo als bij de meeste voertuigen die in kleine aantallen gebouwd worden was ser altijd gebrek aan wisselstukken wat tot kannibalisatie leidde, voertuigen die in panne stonden werden uitgeslacht om de andere aan het werk te houden.
Net zo als bij de Porche-Tiger was de gecompliceerde techniek ook de hoofdzakelijke reden van hert uitvallen der voertuigen, beide kunnen als een verkeerde constructie beschouwd worden.
















Kampfpanzer Tiger II (Köningstiger)
Twee oorzaken voerden tot de productie van de Tiger II, eerstens waren de hoekige vormen van de Tiger I een nadeel en ten tweede had het “Waffenambt” de firma's Henschel en MAN hun Tiger en Panther op elkaar af te stemmen.
De Panther II is nooit in productie gegaan terwijl de Tiger II tamelijk snel op het terrein verscheen, door de geallieerden werd hij al snel Köningstiger genoemd wat dan door de Duitse strijdkrachten werd overgenomen.
Hij vertoonde vertikale wanden meer zo als de Tiger (i) en had ook het langere kanon L/71.
Voor de Porche-Tiger waren reeds 50 torens gebouwd, deze hadden een vorm waar granaten zouden op afketsen en deze torens werden op de eerste vijftig Tiger II gebruikt vermits de Porche-Tiger niet in productie ging.
De latere Tiger II in producie kregen de “Productionstürme” van de firma Krupp, deze waren eenvoudiger te vervaardigen en konden ook meer munitie bevatten.
Ook van de Tiger II zijn enige bevels- en bergingstanks gemaakt.








Jagdpanzer Jagdtiger
De tendens van de laatste oorlogsjaren volgend werd ook van de Tiger II een Jagdpanzer afgeleid, de Jagdtiger, en net zo als alle Jagdpanzers was hij zwaar gepantserd en bewapend met een 12,5 cm Pak kanon.
Met zijn hoog gewicht van 76 ton en dit wapen van groot kaliber was hij het zwaarste en sterkste pantservoertuig dat in het Duitse leger ingezet werd.
Hij was alle toenmalige tanks overlegen maar dit werd dan weer ten dele teniet gedaan door de ongunstige verhouding van PS tegenover gewicht, met slechts 8 PS per ton was hij aan de straten gebonden.
Buiten de wegen was de Jagdtiger bijna onbeweeglijk, reed hij op onbekend terrein vast moest hij verlaten worden vermits een bergingspoging in een tijd dat de Duitse troepen moesten terugtrekken bijna onmogelijk was.
Er waren twee verschillende uitvoeringen die zich onderscheiden in het onderstel, de meesten waren uitgerust met dit van Henschel en bezaten negen baanwielen, enige hadden het onderstel van Porche met acht baanwielen.















Sturmpanzer Sturmtiger
De noodzaak aanvallende infanterie met snel verplaatsbare houwitsers direct te ondersteunen voerde tot de ontwikkeling van de Sturmpanzer, reeds in de campagne tegen Frankrijk in 40 werden houwitsers op het onderstel van de Panzerkampfwagen I ingezet.
Gedurende de ganse oorlog heeft zich de ontwikkeling verder gezet maar een zekere uitzondering hier was de Sturmtiger, daar de geplande 21 cm houwitser niet tijdig geleverd kon worden is deze vervangen door de oorspronkelijk voor duikbootbestrijding ontworpen raketwerper RW 61 van de firma Rheinmetal met een kaliber van 38 cm.
De stormtiger werd voornamelijk ingezet tegen enkelvoudige doelen op kortere afstanden tot maximum 6000 meter.
Ondanks de steile baan van de munitie is dit wapen geen mortier maar een raketwapen, de munitie bestond uit twee delen, een aandrijvingslading en een gevechtskop, van deze laatste waren twee varianten, een springlading en een holle lading, van beide was de uitwerking op het doel enorm.
Door de firma Alkett uit Berlijn werden 16 stuk gebouwd op het onderstel van de Tiger (I) met stalen loopwielen, van de 18 werden er een tiental ingezet in het Oosten in Augustus 1944 en later bij het Ardennenoffensief.
De laatst gekende inzet was in het Roergebied.











